Mijn werkzame leven ben ik in 1984 begonnen op een bijzondere plek: de beursvloer van de Amsterdamse Effectenbeurs. Tegenwoordig verloopt de effectenhandel elektronisch, maar toen liepen we nog rond met orderbriefjes. Mijn eerste taak was om de openingskoersen van de Nederlandse staatsleningen te noteren. Een man of 20 schreeuwden, dicht op elkaar staand, tegen welke prijzen ze eventueel wilden kopen of verkopen. Zo kwamen de openingskoersen per lening tot stand. Er waren nog geen computerschermen waarop deze koersen werden gepubliceerd. Daarom gaven wij de koersinformatie telefonisch door aan grote beleggers, zoals pensioenfondsen, in de hoop orders van hen te krijgen. Van sterke daling naar sterke stijging Waarom vertel ik u dit? Het haakje is de rente. Eigenlijk heb ik gedurende mijn hele werkzame leven de rente, weliswaar met onderbrekingen, alleen maar zien dalen. In 1981 is er een staatslening uitgegeven die maar liefst 12,75% rente gaf. In maart 2021 bedroeg de 10-jaars staatsrente zelfs even -0,67%. Sindsdien kabbelde de rente wat zijwaarts tot halverwege december van vorig jaar. Vanaf dat moment heeft de rente een sterk stijgende lijn te pakken. Nu ik dit schrijf, half april, staat de 10-jaarsrente 1,1%. Dat is een stijging van bijna 1,8% vanaf het dieptepunt! Rentestand en de dekkingsgraad ‘Nou en?’, zult u misschien zeggen. Voor de dekkingsgraad van pensioenfondsen is de rentestand van groot belang. Ter illustratie, eind maart 2020, toen de rente zo laag was, bedroeg de actuele dekkingsgraad 89,5%. Op 12 april jl. was deze bij benadering 131,5%. Goede beleggingsresultaten, op onder andere aandelen, hebben hier ook aan bijgedragen. Maar de gestegen rente speelt een belangrijke rol bij de stijging van de dekkingsgraad. De reden komt erop neer dat wij verplicht zijn te rekenen met de huidige rente, alsof dat ook het rendement is dat wij de komende tientallen jaren zullen realiseren. Nu de rente wat hoger is, ziet de toekomst er opeens wat zonniger uit. Terecht of onterecht? Of we in het voorjaar van 2020 echt zo somber moesten zijn, en nu juist enthousiast, is echter de vraag. De toevallige rentestand heeft misschien wel een onterecht grote invloed op de dekkingsgraad. Het totale vermogen van het pensioenfonds bedroeg in maart 2020 € 7,2 miljard, eind maart van dit jaar was dat € 9,0 miljard. Ook een mooie stijging, maar minder groot dan die van de dekkingsgraad. In het nieuwe pensioenstelsel, waar we over een paar jaar naartoe overgaan, rekenen we niet meer met een dekkingsgraad maar kijken we naar de ontwikkeling van het vermogen. Wellicht geeft dat een wat beter beeld van de werkelijke financiële situatie van het pensioenfonds. Mark Rosenberg, bestuurslid BPF Schilders Wilt u reageren? Graag! Klik hieronder op 'Reacties' (uw e-mailadres is niet zichtbaar)
2 Comments
Andries Steensma
9/5/2022 20:59:18
Mijn werkzame leven begon niet in 1984 , maar in 1975. In 1979 een eigen huis gekocht, met een variabele rente, die in 1981,82, opliep naar bijna 13%.
Reply
BPF schilders
10/5/2022 11:32:16
Beste Andries,
Reply
Leave a Reply. |
BPF Schilders verzorgt het pensioen van alle werknemers en ondernemers in de Schilders- , Afwerkings- en Glaszetbranche. Archief
Januari 2025
|