Voor het jaar 2000 was het Nederlandse pensioenstelsel nauwelijks in het nieuws. De financiële gezondheid van de pensioenfondsen was goed. 

Daardoor was het bijna zeker dat het pensioen meesteeg met de stijgende prijzen. Net zo zeker als water uit de kraan. Niet erg nieuwswaardig dus. Ik werkte toen voor een bank en dacht nauwelijks na over pensioen.

Pensioenstelsel in het nieuws
Hoe anders is dit de afgelopen tien jaar, en vooral de laatste tijd. Ik kan de krant niet openslaan of het pensioenstelsel is in het nieuws. Waarom? Na jaren praten ging in juli 2023 de nieuwe pensioenwet in.

De reden voor de nieuwe pensioenwet? De pensioenen konden in de periode 2010-2020 bijna niet omhoog. De oorzaak was een combinatie van een sterk gedaalde rente en strenge wet- en regelgeving.
 
Betere pensioenen
We verwachten dat het nieuwe stelsel leidt tot betere pensioenen. Dat komt omdat het rendement uit de beleggingen vanaf dan bij de pensioenen komt. Nu gaat het rendement naar een reserve. Ook verwachten we dat de verschillen tussen jongere en oudere deelnemers minder groot zijn.

Nepnieuws
De wet ligt er, maar de discussie gaat gewoon door. De emoties lopen daarbij vaak hoog op. Soms omdat mensen van mening verschillen over het nieuwe stelsel. Maar ook omdat dingen die niet kloppen een eigen leven gaan leiden. Het laatste is in deze tijd van sociale media en nepnieuws helaas doodnormaal geworden. 

Mijn oproep? Voer de afspraken uit. Die komen uit jarenlang overleg tussen vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers, deskundigen en de overheid. Op een bewegend doel kan je niet schieten.

Belangen afwegen
Neemt u van mij aan dat bestuurders van pensioenfondsen hun werk heel serieus nemen. We wegen de belangen van alle betrokken partijen goed af. Vooral die van onze deelnemers, jong en oud. De Raad van Toezicht en het verantwoordingsorgaan (VO) controleren ons. Toezichthouders DNB en AFM houden ons ook in de gaten. 

Moet u zich zorgen maken? In het oude en in het nieuwe stelsel leveren premies en beleggingsrendement een pensioen op. Het belangrijkste verschil is dat de reserve straks grotendeels aan de deelnemers toekomt. 

Reageer op deze blog
Met de dekkingsgraad die BPF Schilders nu heeft (127,8% in maart) betekent dat een duidelijke vooruitgang. De uitgangspositie lijkt daarmee goed. Toch nog zorgen? Reageer op deze blog en wij proberen u zo goed mogelijk antwoord te geven.  

Mark Rosenberg,
Bestuurslid BPF Schilders

Wilt u reageren? Graag! Klik hieronder op 'Reacties' (uw e-mailadres is niet zichtbaar)

Ik zit in de keet met een paar schilders. Ik vraag aan hen: “Waar ben je als schilder het meest trots op?” Ze antwoorden: “Op het sauzen van muren. Aan het einde van de dag ziet alles er beter uit. Je hebt dan echt eer van je werk en blije opdrachtgevers.” 

Voldoende pensioen
Ik benijd schilders. Aan het einde van de dag ziet alles wat ze schilderden er beter uit. Dat is voor een pensioenbestuurder vaak anders. Die buigt zich soms maanden- of jarenlang over dezelfde vraag. Bijvoorbeeld: “Hoe zorg je ervoor dat schilders die ondernemer zijn voldoende pensioen opbouwen?” 

Van de ondernemers heeft bijna 80% het minimale pensioenkeuzeloon. Het pensioenkeuzeloon is de pensioenopbouw die ondernemers binnen bepaalde regels zelf kiezen. Verhoogt de ondernemer dit pensioenkeuzeloon niet, of regelt hij niets anders dan bouwt hij een klein pensioen op. 

Sparen
Er zitten drie ondernemers in de keet. Ik vraag aan hen of ze voldoende pensioen opbouwen. Ik vraag ook of de opbouw past bij hun uitgavepatroon. 

Eentje vertelt trots dat hij van jongs af aan van zijn ouders heeft geleerd om te sparen. Zijn ouders vertelden hem ook dat hij het maximale pensioenkeuzeloon moet inleggen. Dat doet hij dan ook. 

Leven van weinig
De tweede ondernemer vertelt dat hij van de Bhagwanbeweging is. Hij gelooft dat iedereen door meditatie lichamelijke en geestelijke vrijheid kan ervaren. Hij woont in een kraakpand en leeft van weinig. 

Voor het winter wordt, vertrekt hij naar India. Daar sluit hij zich in de wintermaanden aan bij zijn Bhagwan-broeders. Een minimale pensioeninleg past bij zijn leefwijze en uitgavenpatroon. Hij werkt nog wel door op zijn oude dag. Hij is gepensioneerd.  

Jonge ondernemer
De derde ondernemer legt het minimum pensioenkeuzeloon in. Hij is jong en vindt het leven maar duur. Hij is niet zo met pensioen bezig. Ook vindt hij het raar dat hij verplicht pensioen op moet bouwen bij BPF Schilders. Hij kan het ook zelf regelen.

Ik vraag of hij dat ook doet. “Nee, nog niet”, is zijn antwoord. Maar over een paar jaar wil hij wel een huis kopen en dat snel afbetalen. Als hij zijn hypotheek afbetaalt, kan hij later toe met minder pensioen. 

Een euro per uur
Ik vraag of hij bovenop de minimum premie van 166 euro per maand één euro extra per uur apart wil leggen. Totdat hij zijn huis koopt, natuurlijk. Eén euro voor elk uur is acht euro per dag. Bij een vijfdaagse werkweek is dat 40 euro per week en 160 euro per maand. “Een euro per uur kan ik misschien wel missen”, zegt hij. 

Ik lach. Mijn dag in de keet is goed. Ik heb het gevoel dat ik vandaag een muur heb gesausd. Twee ondernemers hebben hun pensioen op orde hoewel er één nog doorwerkt na zijn pensioen. Eén ondernemer denkt over een hoger pensioenkeuzeloon na. Nu de rest van de ondernemers nog. Ik moet vaker gesprekken voeren in de keet.

Rosa García López
Bestuurslid BPF Schilders 

Het bestuur van BPF Schilders bezocht in oktober 2023 Van Wijk Vastgoedonderhoud. De bestuursleden spraken met verschillende schilders in de keet over hun vak en over pensioen. Lees het artikel van OnderhoudNL over het bezoek.

​Wilt u reageren? Graag! Klik hieronder op 'Reacties' (uw e-mailadres is niet zichtbaar)